De Sibbergroeve - Vallei van de Scheuldergroeven
SOK Mededelingen 21 December 1993
Hoofdstuk 4
Beschrijving van de onderaardse kalksteengroeven in de linker dal wand van het Geuldal tussen Oud-Valkenburg en Vilt.
J. Silvertant.
Sibbe, Scheulder, Oud-Valkenburg
Vallei van de Scheuldergroeven
In een kleine vallei aan de bosrand even buiten het dorp Scheulder bevinden zich een tweetal groeven. Een ervan is, te oordelen naar ontginningstechnieken, zeer oud. Eerlijkheidshalve moet gezegd worden, dat de precieze ouderdom van ontginningen vaak niet precies vastgesteld kan worden, mits er expliciete informatie
bestaat in de vorm van archiefmateriaal. Deze groeve is toegankelijk via twee ingangen die zich bevinden aan de rand van de aangrenzende akker. De tweede groeve heeft een schijnbaar zeer smalle ingang die zicht geeft op een zichtbaar gebroken gang die is volgestroomd met leem. Of deze gang oorspronkelijk deel uit
maakte van een gangenstelsel is niet achterhaald. Na een aantal meters raakt de opvulling het plafond waardoor verdere toegang onmogelijk is. Een andere mogelijkheid is dat deze gang deel heeft uitgemaakt van de andere groeve in de vallei.
De vallei lijkt te zijn ontstaan door dagbouwwinning van mergel. Wanneer deze winning zou hebben plaatsgevonden nadat de ondergrondse winning tot stand kwam, dan is het zeer wel mogelijk dat we tegenwoordig slechts nog resten zien van een oudere, grotere groeve die door afgraving is verdwenen.
De groeven in de hellingen van het Biebosch en het St. Jansbos
In de hellingen van het Biebosch vinden we veel sporen van eeuwenoude kalksteenwinning. In de nieuwe Steentijd werd in dit gebied zelfs ondergronds vuursteen gewonnen. Veel oude groeven zijn hier bijna verdwenen, geheel verdwenen of zelfs niet eens bekend. Als voorbeeld zijn er de talloze romantische benamingen
voor die onbekende ontginningen. Groeve Gerendal, groeve van de Scheve Spar, groeve van de Hondenmummie, groeve Esschenbosch, Bieboschgroeve, de Gewandgroeven, de Pruus Karelgroeven en de St. Jansboschgroeve.
De Sibbergroeve
De Sibbergroeve is een boekwerk op zich waard, ondanks dat naar dit momenteel grootste gangenstelsel weinig onderzoek is gedaan. Van oorsprong heeft de Sibbergroeve vier ingangen waarvan er nog slechts een begaanbaar is. De groeve bestaat tegenwoordig uit twee van elkaar gescheiden gedeelten. Het voor publiek gesloten "Oude gedeelte" en het "Nieuwe gedeelte" waar nog steeds blokken worden gebroken. De "oude" Sibbergroeve is een relatief jonge ontginning vanaf "slechts" de 17e eeuw. Interessant is de historische schuilkerk uit de tijd van de Franse overheersing (1795-1815).
Het nieuwe gedeelte van de grote berg van "Sub" is zoals gezegd jonger dan de oude berg. Hier vinden we voornamelijk ontginningen uit de tweede helft van de 1e en eerste helft van de 20e eeuw. Vanaf de jaren dertig van deze eeuw werd er door het bedrijf America losse kalk gewonnen ten behoeve van kalkbranderij. Het bedrijf America maakte in de jaren vijftig een nieuwe ingang, de zogenaamde Biebosch-ingang, om zo de gemeentelijke belasting voor overpad te omzeilen. Ook champignonkwekers hebben gedurende verschillende jaren hier hun bedrijf gehad.
Op sommige plaatsen van die gedeelten zit zelfs nu nog een dikke laag van het ontsmettings- en bestrijdingsmiddel D.D.T. op de muren. Verder bevond er zich in het nieuwe deel van de Sibbergroeve een tijdje een ijkbaan van Staatsmijnen. Het ministerie van Defensie heeft er tegenwoordig een trainingsroute uitgezet voor militairen en zoals gezegd worden er tegenwoordig nog door een drietal bedrijven blokken gezaagd ten behoeve van restauratiewerkzaamheden. Vooral het oude deel van het gangenstelsel heeft zware schade ondervonden van jarenlange rioollozingen en afvalstortingen die tot in het midden van de jaren '80 van deze eeuw hebben plaatsgevonden. Pas toen werd een overheidssubsidie van enkele tonnen vrij gemaakt voor het schoonmaken van de getroffen gedeelten. De groeve staat momenteel een nieuwe beschamende bedreiging te wachten, namelijk het massatoerisme dat vanaf 1993 met mountainbiketochten het onderaardse landschap verstoort. De Sibbergroeve is het grootste, nog intacte, gangenstelsel in Nederland. De gangen zijn, in vergelijking met de meeste andere groeven, relatief laag.
Oorzaak hiervoor is het feit dat hier alleen de zeer harde "Sibberlaag" is ontgonnen. Een pakket van amper twee meter dik. Naar de randen van het pakket worden de gangen steeds lager totdat de ontginning stopt in sterk verontreinigde stukken en grote storingen. Men heeft hier duidelijke risico's genomen om maar zo veel mogelijk van de kostbare laag te
kunnen ontginnen. De totale ganglengte van de Sibbergroeve is ongeveer 120 kilometer en het diepste punt van de berg is 1200 meter verwijdert van de huidige ingang. De gangen strekken zich uit onder het Plateau van Margraten naar het westen toe bijna tot aan de molen van Gasthuis.